Pleidooi voor een zorgzame overstap van de ene naar de andere ‘bubbel’.

Een veilige, gesloten bubbel

Half maart sloten ook voorzieningen hun deuren. Je kind verblijft dus al ruim twee maanden ofwel in de voorziening, ofwel thuis. Personen met een handicap die in de voorziening verblijven, missen al vele weken ouders, broers en zussen, vrienden van de sport- of vrijetijdsclub, … In de veilige ‘bubbel’ van de voorziening wordt momenteel slechts met mondjesmaat, en onder strikte voorwaarden, bezoek  toegelaten.

Personen met een handicap die sinds half maart thuis verblijven, missen daarentegen hun vrienden in de leefgroep en de vrijetijdsclub, de dagindeling en de activiteiten in de voorziening, … Al die weken zorg je 7 dagen op 7, 24 uur op 24 uur voor je kind en leven jullie in dezelfde ‘bubbel’. Jullie zijn op elkaar aangewezen, leven op elkaars ritme en houden rekening met elkaar. Oma op opa, of een oppas, kunnen geen zorg uit handen nemen zodat je even wat tijd voor jezelf hebt.  Omwille van de specifieke handicap en de kwetsbaarheid van je kind wil je ook vermijden dat je kind met anderen in contact komt. Samen boodschappen doen, een wandeling maken, … is vaak niet haalbaar omdat het voor je kind erg moeilijk is om de sociale afstand te respecteren. Hierdoor was je ‘bubbel’ vele weken heel gesloten.

De veilige bubbel doorbreken?

Nu wordt het toegestaan dat ‘bubbels’, geleidelijk aan, doorbroken worden. Sinds deze week is ambulante en mobiele ondersteuning weer mogelijk, kan de collectieve dagopvang weer opstarten, stellen MFC’s hun deuren geleidelijk aan weer open,…  Vanaf 25 mei kan je kind eventueel terug naar de voorziening of terug naar huis komen.  Altijd onder zeer strikte voorwaarden en na goede afspraken, want veiligheid blijft de norm!

 

Enkele belangrijke aandachtspunten, bezorgdheden, tips …:

  • Je kan, je mag een persoon met een handicap na 8-9 weken niet zomaar uit hun gesloten, ondertussen al vertrouwde, bubbel halen en hen, alsof er niets gebeurd is, terug brengen naar hun setting van tevoren. Ook al kijkt iedereen er zo naar uit dat personen met een handicap terug een weekend thuis kunnen komen of net hun vrienden van de leefgroep terug kunnen zien. Hoe langer de quarantaineperiode duurt, hoe groter de stap wordt om de ‘veilige bubbel’ weer te verlaten.

 

  • Ouders die hun kind met een handicap thuis hadden, waren in deze periode helemaal op elkaar aangewezen en zijn bijna in een soort van symbiose gegaan. Wanneer je een persoon met een handicap hieruit ‘losrukt’ is de kans groot dat dit weerstand en gedragsveranderingen zal uitlokken die kunnen leiden tot hartverscheurende taferelen. Je kunt dan maar best de overgang naar de voorziening, dagbesteding, … zo goed mogelijk voorbereiden.

 

  • De overgang van een bubbel naar het ‘gewone leven’ zal met het nodige ’handschoenenwerk’ moeten gebeuren. Niet bruusk, maar stapsgewijs, op maat en tempo van personen met een handicap, de vrienden in de leefgroep, de begeleiders. Maar ook op maat van jou, als ouders. Want ook voor ouders is het niet vanzelfsprekend om hun kind weer wat ‘los te laten’. Het is zeker geen schande om toe te geven dat je hier ook wat begeleiding en ondersteuning bij nodig hebt.

 

  • Pak het stapsgewijs aan:
    • Overleg vooraf goed met de verantwoordelijke van de voorziening, dagbesteding, … en bekijk of het mogelijk is dat de overgang geleidelijk aan kan opgebouwd worden.
    • Als je kind binnenkort terug naar de voorziening gaat, kan je thuis je kind hier al op voorbereiden: nog zoveel nachtjes slapen, een aanduiding op de kalender maken, een en ander visualiseren, …
    • De (aandacht)begeleider kan op voorhand al eens bellen en vertellen dat ze je kind missen en ze hem/haar binnenkort terug verwachten. Je kind kan dan gerust gesteld worden: je komt terug in je vertrouwde kamer en leefgroep, je vrienden hebben je gemist en willen met jou die of die activiteit terug doen, …
    • Vraag begeleiding, ondersteuning om als ouder de overgang naar het gewone leven voor je kind zo soepel mogelijk te laten verlopen. De verantwoordelijkheid hiervoor mag niet alleen bij de ouders liggen.
    • Wanneer er al die tijd regelmatig contacten waren tussen thuis en de voorziening (telefonisch, via videobellen) zal de stap terug nu veel minder groot zijn.
    • Hou er rekening mee dat na al die weken in ‘hotel papa/mama’ eerdere vorderingen op vlak van zelfredzaamheid, zelfstandigheid wat verloren kunnen zijn en opnieuw moeten opgebouwd worden. Erken dat dit niet abnormaal is.
    • Breng de regels omtrent preventie (social distancing, handen wassen, gebruik mondmaskers,..) op een goede, positieve manier aan. Probeer te vermijden dat mensen (nog) angstiger worden. Ook bij personen met een handicap is het belangrijk om zo veel mogelijk alles te benoemen (waarom mondmaskers?, ‘lijkt een beetje gek’, waarom kunnen we niet knuffelen?…). Maak eventueel gebruik van visualisaties, picto’s. Vraag aan de begeleiders van je kind om je hiervoor handvaten/methodieken aan te reiken.
    • Hou rekening met angstgevoelens bij personen met een handicap. Angst om terug te keren, angst voor besmetting, angst om andere mensen te ontmoeten, … Mensen zijn vaak angstig omdat ze niets begrijpen van de vreemde, nieuwe situaties (begeleiders met mondmaskers, schorten aan,..). Bekijk hoe je met die angstgevoelens kan omgaan (Bijv. van op een veilige afstand je mondmasker even afdoen om te tonen wie je bent, een badge of button met je foto op je kleren hangen,…). Zorg ervoor dat je kind ergens terecht kan met zijn/haar angstgevoelens. En dat jij, als ouder, ook ergens terecht kunt met jouw gevoelens van angst.
    • Neem tijd voor de ‘overdracht’, vraag aan de begeleiding tijd om jouw verhaal te kunnen doen, om te vertellen hoe je kind de lockdown beleefd heeft, hoe het omgaat met de coronamaatregelen, waar er angst voor is, …
    • Misschien was er in je gezin een crisissituatie omdat de spanningen en stress heel hoop opgelopen zijn. Misschien staat het water je aan de lippen. Dan kan het juist wel belangrijk zijn om de overgang naar voorziening zo snel mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat de persoon met een handicap zo snel mogelijk weer in het gewone ritme terecht komt. Maar draag ook zorg voor jezelf, voor je gezin. Ga op zoek  naar ondersteuning, ga ten rade bij een persoon of organisatie waarin je vertrouwen hebt zodat je je evenwicht terug kan vinden en een gewone gezinsdynamiek terug kan opbouwen.