Mondmaskers voor iedereen

Mondmaskers worden de nieuwe norm om geleidelijk aan uit de coronacrisis en de lockdownmaatregelen te geraken. Toch zitten velen nog met heel wat vragen: Wanneer moet je ze opzetten? Wat is een goed mondmasker? Hoe moet je ze dragen?

Richtlijnen i.v.m (gebruik van) mondmaskers

Vanaf 4 mei is een mondmasker verplicht voor iedereen boven 12 jaar: op het openbaar vervoer, in de haltes en in het station; in de scholen; op de werkvloer als de fysieke afstand  niet gegarandeerd kan worden. De overheid raadt aan mondmaskers te dragen overal waar 1,5 m afstand houden moeilijk is. Kinderen met een handicap tot 12 jaar zijn dus niet verplicht een mondmasker te dragen. Hier vind je de belangrijkste info omtrent ( types, waar vinden,gebruik onderhoud, …) op een overzichtelijke manier op een rijtje. Ook over het juiste gebruik vind je de nodige info.

Hoe geraak je er aan?

De overheid bezorgt iedereen  1 stoffen mondmasker en 2 filters. Mondmaskers zullen te verkrijgen zijn bij de apotheek en ook in de supermarkten.

In veel gemeenten zijn er ook lokale initiatieven. Je zou kunnen informeren of er in jouw gemeente ook een naaigroepje of naaivrijwilligers aan de slag zijn.

Ben jij handig met naald en draad of een naaimachine? Dan kunnen je je eigen mondmaskers maken. Hoe je ze maakt, vind je op maakjemondmasker.be.

Hoe communiceer je met kinderen of volwassenen met een handicap over het gebruik van mondmaskers?

Voor kinderen en personen met een handicap kan het dragen van een mondmasker soms moeilijk liggen. Sommige vinden het vervelend en gooien het mondmasker af op het eerste onbewaakte moment. Andere vinden de maskers ronduit eng. Ook kan het voor personen met een handicap soms beangstigend zijn wanneer hun ouders of begeleider een mondmasker of beschermende kledij gebruiken. Graag geven we je enkele tips om dit naar hen toe aan te brengen en hen te laten wennen aan mondmaskers in hun omgeving:

  • Vanuit Gezin en Handicap ontwikkelden we de richtlijnen rond het gebruik van mondmaskers ondersteund door pictogrammen. Deze richtlijnen kunnen gebruikt worden om het opzetten, dragen en afzetten van mondmaskers te verduidelijken voor en helder te communiceren naar iedereen die hier baat bij heeft, bvb personen met een verstandelijke handicap of kinderen.
  • Op de site van WAI-Not vind je enkele eenvoudige filmpjes met uitleg over hoe je een mondmasker draagt, waarom, hoe je het best bewaart,…
  • Kathleen Amant maakte de werkmap ‘Anna draagt een mondmasker‘ met knutseltips, werkblaadjes,… om kinderen op een speelse manier hieraan gewoon te maken
  • Als je samen met je kind door het boekje ‘Larsje en Noortje zoeken 27 mondmaskertjes door 27 landen’ bladert, kan je het duidelijk maken dat er niets mis is met het dragen van een mondmasker. In het boekje brengen Larsje en Noortje een bezoek aan 27 landen (de Europese lidstaten). En wat blijkt? Overal zijn er kleine en grote mensen die een mondmasker dragen. Omdat ze zelf ziek zijn of omdat ze in het ziekenhuis werken.
  • Er is een SMOG-gebaar voor ‘mondmasker’. Personen met een SMOG-attest kunnen indien gewenst dit gebaar en de bijhorende lijntekening via Gezin en Handicap opvragen. Ouders van kinderen die SMOG gebruiken, kunnen op hun beurt het SMOG-gebaar aanleren via de SMOG-therapeut of logopediste van hun kind.
  • Het Nederlandse Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) formuleerde volgende tips aan voor begeleiders:
    • Zeg bij binnenkomst zowel de naam van de persoon met een handicap als je eigen naam en vertel wat je komt doen.
    • Zeg dat je er vreemd uitziet. Benoem de beschermende stukken: mondmasker, schort etc.
    • Laat een collega een filmpje maken van het moment dat jij de beschermende kleding aantrekt. Toon het aan de persoon met een handicap als je denkt dat dit kan bijdragen aan meer begrip of minder angst voor het dragen van die kleding.
Aanpassingen voor personen met een handicap

Voor personen met een handicap zijn de ‘standaardmaskers’ niet altijd geschikt. Voor sommige personen met een fysieke handicap zijn de exemplaren met lintjes moeilijk hanteerbaar. Voor personen met autisme (met bijv. tactiele overgevoeligheid) kunnen de elastiekjes achter de oren heel storend zijn en voor slechthorende personen belemmeren ze het liplezen. Personen met een verstandelijke handicap kunnen het dan weer moeilijk hebben om alle regels rond het juiste gebruik na te leven.

Enkele voorbeelden van creatieve oplossingen voor personen met een handicap

  • Voor personen die liplezen, (slechthorende en dove personen) kan een mondmasker met een transparant venster in plastic waardoor de lippen en een stuk van het gezicht zichtbaar blijven, handig zijn. Non-verbale en visuele communicatie met de omgeving blijft dan mogelijk. Een voorbeeld zie je hier . Een mondmaskerpatroon om zo’n ‘venster’masker te maken vind je hier. Om de communicatie tussen horenden en slechthorenden te bevorderen wanneer je mondmaskers gebruikt, vind je hier enkele tips.
  • Voor personen met autisme – en andere personen- die last ondervinden ( bijv door een tactiele overgevoeligheid) van de lintjes of elastiekjes rond de oren kan een pet met knopen of een lint met knopen, waarrond de elastiekjes gespannen worden, een oplossing zijn.
  • Wanneer het gebruik van mondmaskers moeilijk is kan je bvb ook een buff – een soort sjaaltje – gebruiken om je mond en neus te bedekken.