Bij ons thuis – Vaderdag

Ik ben de trotse papa van 3 geweldige zoontjes.

De oudste (onze ‘wijsneus’) is een hele intelligente jongen met het hart op de juiste plaats, heel bezorgd om zijn 2 jongere, speciale broertjes. Ik vergeet soms dat hij ook nog maar een kind is.

De middelste is ons ‘kapoeneke’. Hij heeft het nooit gemakkelijk in zijn leventje. Prikkels zorgen meestal voor heel wat onrust. Hij denkt ‘anders’, begrijpt onze wereld niet zo goed. Hij durft wel eens te gaan lopen, schreeuwt op de meest onverwachte momenten en zijn stemming kan plots van blij naar heel verdrietig gaan. Dit maakt dat we hem continu in het oog ‘proberen’ houden om ervoor te zorgen dat zijn frustraties niet escaleren en hij niet in de ‘rode zone’ terecht komt, waarbij we machteloos moeten toezien tot het over is.
Ik moet toegeven dat mijn band met hem redelijk speciaal is… We lijken mekaar vaak niet te begrijpen, maar tegelijkertijd proberen we er toch aan te werken en hebben we al een weg afgelegd. Ik merk dat hij probeert om flink te zijn, ook al lukt hem dat vaak niet. Anderzijds, probeer ik begrip op te brengen voor sommige van zijn gedragingen en me in te houden om boos te worden voor de kleine streken die hij uithaalt. De praktijk leert me dat ik hieraan nog werk heb. Met zijn treurige blik, fonkelende ogen en zalige lach komt hij wel overal mee weg.
Als we samen zijn vinden we het heerlijk om te springen op de trampoline of om te schommelen in de tuin. Zijn stralend gezichtje zien… Dat is pas genieten! Je zal ons ook vaak samen zien wandelen of fietsen met de tandem, hij is mijn beste “wandel- en fietsvriend” (hij kan het zo mooi zeggen). Ook kunnen we genieten van de rust en stilte in de natuur: we kijken mekaar dan nietszeggend aan en sluiten het momentje af met een klein lachje. We lijken heel even alle zorgen te vergeten. Hem vrolijk horen zingen op een fiets- of wandeltocht ….Of die keer dat hij de slappe lach kreeg toen hij me zag vallen op het steile modderige wandelpad… Zalige momenten!
Hij is een erg ‘rare’ snuiter en soms vervloek ik hem wel eens, maar ik zou hem voor geen geld ter wereld willen missen. Hij is wie hij is: een energievreter die ik heel graag zie.

Tenslotte is er nog de jongste (onze ‘knuffelbeer’) met zijn zeldzame aandoening. Hij is een vrolijk vriendje dat overal mee-”rolt”. Hij zit meestal wat te brommen en soms spreek ik met een gek stemmetje in zijn plaats. Deze “rare” gewoonte heb ik trouwens overgenomen van mijn vrouw. (bedankt hé schatje! 😉 )
Als je hem ziet, wil je hem spontaan knuffelen. Als ik het moeilijk heb, geef ik hem een nog dikkere knuffel. De lach die ik dan zie verschijnen geeft me een enorm goed gevoel. Hij heeft een hoge pijngrens en weent nauwelijks. Als hij eens weent is hij meestal gauw getroost door hem aandacht te geven of hem eens te pakken. Al gaat dat laatste al wat moeilijker: hij is al een serieuze “beer” geworden.
Hij geniet van erg wilde prikkels, hem door de woonkamer laten scheuren in zijn “bolide” (lees rolstoel), zijn armen en benen wild bewegen op de muziek,… Hoe wilder, hoe beter! Heel erg leuk om hem te zien schateren van plezier.
Ik probeer niet aan de toekomst te denken, want degeneratie hoort bij zijn ziektebeeld en mijn knuffelbeer zien achteruitgaan…daar wil ik niet aan denken.
Twee zorgenkindjes hebben is niet makkelijk. Hun beperkingen zijn zo uiteenlopend dat er weinig activiteiten zijn waarvan we echt samen kunnen genieten. Het heeft me wel veranderd. Zo ben ik veel minder materialistisch geworden en heb enorm leren relativeren. Vaak hoor ik mensen klagen over de meest banale dingen. Ze lijken niet te beseffen dat ze meestal niet veel reden tot klagen hebben. Ik neem het hen niet kwalijk, misschien was ik vroeger ook wel zo…

Groeten van een ‘doodgewone’ papa die zijn zoontjes heel graag ziet.

(PS: Ik had graag een superheld willen zijn, dan had ik tenminste een onuitputtelijke voorraad aan energie…)