…

Waar heb ik recht op? Bij Opgroeien

Zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
Afgeleide sociale/fiscale voordelen

Sinds 2019 zijn het agentschap ‘Kind en Gezin’ en het agentschap ‘Jongerenwelzijn’ (jeudghulp)  opgegaan in het agentschap ‘Opgroeien’. De dienstverlening gaat van preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang, Groeipakket, pleegzorg, adoptie, jeugdhulp tot de aanpak van jongeren die delicten plegen.

Voor de vraag ‘Waar heb ik recht op?’ kijken wij naar het Groeipakket (vroegere kinderbijslag). Elk kind krijgt standaard drie bedragen:

  • Een startbedrag
  • Het basisbedrag
  • De schoolbonus

Naast de drie standaardbedragen, hebben sommige kinderen nog recht op extra toeslagen: de sociale toeslag, de participatietoeslagen (kinderopvangtoeslag, kleutertoeslag en schooltoeslag) en de zorgtoeslagen (wezentoeslag, pleegzorgtoeslag en de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte).  Voor elke toeslag moet er aan een aantal voorwaarden worden voldaan.

Informatie: https://www.groeipakket.be/tegemoetkomingen

Zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte

(vroegere verhoogde kinderbijslag)

Elk kind dat in Vlaanderen woont heeft tot en met zijn 18de verjaardag onvoorwaardelijk recht op een Groeipakket. Voor kinderen met een specifieke ondersteuningsnood is dat tot de maand waarin het kind 21 jaar wordt. Tot deze leeftijd zijn er dus geen extra voorwaarden. Tussen de leeftijd van 18 (of 21 voor de jongeren met een specifieke ondersteuningsnood) jaar en 25 jaar zijn er wel bepaalde voorwaarden om nog recht te hebben (o.a. nog studeren).

Als je kind een handicap heeft en je kunt aantonen dat er meer ondersteuning is dan zijn/haar leeftijdsgenoten kun je de zorgtoeslag aanvragen. Het bedrag van de zorgtoeslag hangt af van de mate waarin je kind extra ondersteuning nodig heeft.

Wie heeft er recht op een zorgtoeslag?

Je kind moet voldoen aan de algemene voorwaarden voor een recht op het Groeipakket en een handicap of aandoening hebben. Een arts die hiervoor door het agentschap Opgroeien erkend is, beoordeelt de gevolgen van de specifieke ondersteuningsbehoefte. Het resultaat van de beoordeling is een score van maximaal 36 punten. Hoe hoger de score, hoe hoger het bedrag van de zorgtoeslag.

De zorgtoeslag wordt toegekend op basis van puntenscores in 3 pijlers:

Pijler 1: de lichamelijke en geestelijke gevolgen van de handicap of aandoening.

Er zijn twee ‘instrumenten’ aan de hand waarvan er ‘punten’ aan de handicap of aandoening van je kind worden toegekend:

* De lijst van de pediatrische aandoeningen

* De officiële Belgische schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit.

In deze instrumenten wordt aan een bepaalde handicap of aandoening een percentage toegekend. Dit percentage wordt omgezet in een puntenscore:

  • 0% – 24% = 0 punten
    • 25% – 49% = 1 punt
    • 50% – 65% = 2 punten
    • 66% – 79% = 4 punten
    • 80% – 100% = 6 punten

Pijler 2: de gevolgen van de aandoening voor de deelname van het kind aan het dagelijks leven.

Deze pijler is onderverdeeld in 4 categorieën:

  • Leren, opleiding, sociale integratie: zit je kind in het regulier, buitengewoon onderwijs of krijgt het thuis onderwijs? Is er extra ondersteuning nodig, zoals logopedie of ergotherapie?
  • Communicatie: voor een kind van 3 jaar is de communicatie anders dan voor een jongere van 16 jaar. Daarom is deze categorie opgesplitst in leeftijd. Hoe ouder het kind wordt, hoe meer criteria er worden weerhouden.
  • Mobiliteit: ook hier is er een onderverdeling van leeftijd. Er wordt gekeken naar wat het kind kan, bijv. zelf de trap op gaan, zelf naar school fietsen, enzovoort. 
  • Zelfzorg: in welke mate is je kind afhankelijk voor o.a. voeding, zichzelf wassen en aankleden, naar het toilet gaan.

Pijler 3: de gevolgen voor het gezin.

  • Behandeling die thuis plaatsvindt: hoe intensiever de behandelingen thuis hoe hoger de puntenscore.
  • Verplaatsingen: hieronder vallen de verplaatsingen naar therapieën of behandelingen, de verplaatsingstijd en de duur van de behandeling. Dit gaat over behandelingen die langer duren dan drie maanden.
  • De impact op het gezin.
Hoe worden de punten toegekend?

Voor elke pijler worden punten toegekend. Het maximum aantal toegekende punten is 36.

  • Pijler 1: maximum 6 punten
  • Pijler 2: maximum 12 punten (max. 3 punten op elke onderverdeling)
  • Pijler 3: maximum 18 punten (max. 6 punten op elke onderverdeling, de punten voor deze pijler altijd verdubbeld)

Het totaal van de toegekende punten bepaalt de categorie waarin je kind terechtkomt.

Als voorbereiding op het onderzoek kan je samen met een familielid, hulpverlener of iemand van een  sociale dienst de medisch-sociale schaal al eens invullen om zo een schatting te maken van de categorie waarin je kind terecht zou kunnen komen.

De controlearts neemt een beslissing over het aantal punten op basis van je ingevulde medisch-sociale vragenlijst en het onderzoek. Tijdens het onderzoek vult de arts de medisch-sociale schaal in. Die bestaat uit een lijst met stellingen.

Als de stelling van toepassing is op je kind, wordt de ‘score’ aangeduid. De overeenkomstige punten worden niet opgeteld. De hoogst behaalde score is de score voor die rubriek. Per pijler wordt de hoogste score voor elke rubriek opgeteld om zo de punten voor die pijler te kennen. De score op pijler 3 wordt verdubbeld. Ook nu de aanvraag van de zorgtoeslag digitaal moet gebeuren en een arts de vragenlijsten digitaal moeten invullen, blijft het belangrijk om verslagen bij te voegen die een realistisch beeld scheppen van je kind. Bijvoorbeeld: Stel dat er in een verslag staat dat je kind eindelijk vooruit is gegaan. Als daar niet bij staat welke inspanningen je kind, misschien jarenlang, heeft moeten doen voor een klein stapje, is dat verslag misschien niet het meest geschikte verslag om aan de controlearts te bezorgen. Dit verslag moet zeker aangevuld worden met verslagen die een realistisch beeld geven van de inspanningen die een kind doet om zich verder te ontwikkelen.

Clusterprocedure?

Tussen de aanvraag van de zorgtoeslag en de toekenning ervan lopen vaak vele maanden (soms jaren). Een tekort aan evaluerende artsen is één van de oorzaken. Om sneller en efficiënter te kunnen werken en om bij ouders de administratieve belasting wat te verlichten werden alvast enkele stappen gezet:

  • De evaluerende artsen proberen zoveel mogelijk op basis van de toegestuurde documenten in het aanvraagdossier een beslissing te nemen. Zorg dus voor een stevig aanvraagdossier. Je wordt niet altijd meer uitgenodigd om met je kind bij een evaluerende arts langs te gaan, maar je kunt kiezen om dit wél te doen (meestal volgt er een videoconsult);
  • Er worden meer beslissingen voor een langere termijn genomen zodat er minder herzieningen moeten gebeuren;
  • Bij een eerste aanvraag wordt er voor enkele specifieke doelgroepen een vereenvoudigde procedure toegepast: de clusterprocedure Voor vijf specifieke doelgroepen is er een medisch expertenteam aan het werk waardoor de evaluatie van de ondersteuningsnoden sneller en voor een langere termijn (vaak tot de leeftijd van 21 jaar) kan verlopen. Het gaat om kinderen en jongeren met:
    • Kinderen met ADHD en/of ASS met een normale tot zwakke begaafdheid
    • Kinderen met een mentale retardatie
    • Kinderen met een mentale retardatie én ADHD en/of ASS
    • Kinderen met diabetes
    • Kinderen met visusstoornissen of gehoorstoornissen

Meer informatie over deze doelgroepen: Clusterprocedure | Kind en Gezin

Let op! Ook als je voor je kind een diagnoseverslag dat past bij een van deze doelgroepen kunt voorleggen, is deze diagnose alleen niet voldoende om de zorgtoeslag te ontvangen. Een stevig, volledig aanvraagdossier waarbij ook de ondersteuningsnoden van je kind aangetoond worden en dat tijdig in orde is (binnen de vier maanden na de aanvraag), blijft nodig.

Een specifieke diagnose heeft niet voor elk kind of jongere dezelfde gevolgen. Als je kind een diagnose heeft waardoor het tot deze doelgroepen kan behoren, kunnen er nog altijd elementen zijn waardoor niet de clusterprocedure, maar wel de standaardprocedure van toepassing is.

Meer informatie: https://www.kindengezin.be/nl/thema/specifieke-ondersteuningsbehoefte/evaluatie-ondersteuningsnood

Hoe vraag je de zorgtoeslag aan?

Op de website van het agentschap Opgroeien vind je een stapsgewijze toelichting van de aanvraagprocedure: https://www.groeipakket.be/tegemoetkomingen/zorgtoeslag-ondersteuningsbehoefte/zorgtoeslag-aanvragen

De aanvraag moet digitaal gebeuren.

Stap 1: Contacteer je uitbetaler Groeipakket.

Als je denkt dat je kind recht heeft op een zorgtoeslag, neem dan contact op met je uitbetaler Groeipakket. Weet je niet wie je uitbetaler is? In ‘Mijn Groeipakket’ vind je meer info. Je uitbetaler stuurt je aanvraag door naar het Agentschap Opgroeien om de ondersteuningsnood van je kind te evalueren.

Stap 2: Vul de inlichtingenformulieren volledig in.

  • Psychosociaal inlichtingenformulier

Registreer je op Mijn Kind en Gezin, als je daar nog geen account hebt. Vul het psychosociaal inlichtingenformulier in via de knop specifieke ondersteuningsnood op Mijn Kind en Gezin.

Tip: Laat je zo nodig helpen door iemand die je kind en je gezin goed kent, en die je vertrouwt.

  • Medisch inlichtingenformulier

Maak onmiddellijk een afspraak met je behandelend arts (de arts die het elektronisch medisch dossier van je kind beheert) en vraag om het medisch inlichtingenformulier samen in te vullen. Je arts vindt dat formulier via e-Health terug onder ‘Evaluatie ondersteuningsnood Opgroeien’. Je hebt 4 maanden tijd om de twee inlichtingenformulieren in te vullen.             

Handen in het haar? Extra uitleg: https://www.groeipakket.be/tegemoetkomingen/zorgtoeslag-ondersteuningsbehoefte/zorgtoeslag-aanvragen/stap-2

Het team van het sociaal dienstbetoon van KVG wil je hier ook bij helpen.

  • Specifieke vragenlijsten

Wanneer er nog bijkomende informatie nodig is, vraag dan je therapeut (kine, logo, psychotherapie), school/CLB of medische specialist om dit via de specifieke vragenlijsten in te vullen.

Stap 3: Bezorg de opgevraagde informatie digitaal aan Opgroeien

Dien het psychosociaal inlichtingenformulier in via het digitaal portaal Mijn Kind en Gezin. Je kan er ook de specifieke vragenlijsten, ingevuld door andere zorgverleners, opladen. Ze ontvangen het medisch inlichtingenformulier via e-Health. Bezorg de informatie zo snel mogelijk aan Opgroeien! Je hebt vier maanden tijd om de twee inlichtingenformulieren terug te bezorgen. Daarna sluiten ze je aanvraag af.

Is dit je eerste aanvraag en heb je meer tijd nodig om de gevraagde informatie te verzamelen? Stuur dan een e-mail naar zoe.info@opgroeien.be en deel mee hoeveel extra tijd je denkt nodig te hebben. Je kan maximaal vier maanden uitstel vragen.

https://www.kindengezin.be/nl/thema/specifieke-ondersteuningsbehoefte/evaluatie-ondersteuningsnood

Opgelet: dit gaat over de twee inlichtingenformulieren. Specifieke vragenlijsten kan je via het portaal Mijn Kind en Gezin bezorgen tot de status van je aanvraag op ‘in behandeling’ staat.

Stap 4: Ga eventueel langs bij de evaluerend arts

Bezorgde je alle info? Dan neemt de evaluerend arts op basis hiervan een beslissing. Of je krijgt een uitnodiging voor een consult (hier mag je ook zelf naar vragen).  Meestal verloopt het consul via een videocall met of een bezoek aan de evaluerend arts.

Stap 5: Je ontvangt de beslissing

Je ontvangt van Opgroeien een attest met het resultaat van het onderzoek: attest van handicap. Hierin wordt vermeld tot hoelang het attest geldig is krijg je de scores per pijler. Er staat ook informatie op over bijkomende maatregelen (als je ervoor in aanmerking komt).

Opgroeien stuurt dat attest ook naar:

  • je uitbetaler Groeipakket. Zo kan je uitbetaler het bedrag en de periode van de zorgtoeslag bepalen en je informeren over je recht op zorgtoeslag.
  • de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. Zo kan je mogelijk een aantal voordelen automatisch krijgen, bijv.  het sociaal tarief elektriciteit of aardgas, een vermindering op je belastingen, …
De bedragen?

Het bedrag van de zorgtoeslag is afhankelijk van het aantal punten dat de evaluerende arts toekent. Voor de meest actuele bedragen: https://www.groeipakket.be/bedragen

Een herziening?

Een beslissing over het aantal punten (resultaat van de zorgtoeslagevaluatie) geldt meestal tot de leeftijd van 6, 12 of 18 jaar, tenzij de evaluerend arts voor jouw kind een ander tijdstip aangeeft.

De ondersteuningsbehoefte van je kind wordt systematisch herzien wanneer de erkenningstermijn ten einde loopt. Meestal gebeurt dat op de leeftijd van 6, 12 of 18 jaar, maar de arts kan ook een individueel tijdstip aangeven.

Zes maanden voor het beëindigen van de toegekende termijn ontvang je van Opgroeien een uitnodiging om nieuwe formulieren in te vullen. De procedure wordt automatisch opnieuw opgestart.

Je kan ook altijd zelf een herziening aanvragen wanneer de ondersteuningsnood van je kind veranderde. Je neemt dan best opnieuw contact op met je uitbetaler Groeipakket. Zodra Opgroeien hiervan op de hoogte is, zullen zij informatie opvragen over:

  • de evolutie van de gekende ziekte of aandoening,
  • de diagnose van de nieuwe aandoening,
  • de veranderde onderwijsvorm,
  • de evolutie en frequentie van de huidige therapie

Meer info: https://www.groeipakket.be/tegemoetkomingen/zorgtoeslag-ondersteuningsbehoefte/automatische-herziening

Zodra er voor je kind een aanvraag is opgestart kan je terecht bij team Zoë (Zorgtoeslagevaluatie):

Voor vragen over je recht op zorgtoeslag, het bedrag en de toegekende periode, kan je terecht bij je uitbetaler Groeipakket.

Ga je niet akkoord met de beslissing over de zorgtoeslag of heb je klachten?

Als je niet akkoord bent met de beslissing van je uitbetaler (het bedrag, de punten, de periode) dan kan je binnen de 3 maanden in beroep gaan tegen deze beslissing via de Arbeidsrechtbank.

Ben je niet tevreden over hoe de evaluatie verliep, over hoe je behandeld werd, de doorlooptijd, het verloop, …?  Contacteer de Klachtendienst van Kind en Gezin.

Ben je niet tevreden over het contact met je uitbetaler Groeipakket? Contacteer de Klachten- en bemiddelingsdienst van het Agentschap Uitbetaling Groeipakket.

Je kan ook altijd terecht bij de Vlaamse Ombudsdienst.

Afgeleide sociale/fiscale voordelen

Automatische maatregelen:

  • De ondersteuningstoeslag (vanaf 1 januari 2023): het vroegere basisondersteuningsbudget voor kinderen en jongeren tot 21 jaar. Het BOB was een onderdeel van de Vlaamse Sociale Bescherming en werd uitbetaald door de zorgkas. De ondersteuningstoeslag wordt betaald via het Groeipakket.
    De ondersteuningstoeslag is, naast de zorgtoeslag, een extra ondersteuning voor kinderen met een erkende handicap of zorgbehoefte van minstens 12 punten op de medisch-sociale schaal.

https://www.vlaanderen.be/de-ondersteuningstoeslag-groeipakket

Maatregelen die je zelf moet aanvragen:

  • Zorgbudget voor zwaar hulpbehoevenden:  vaak gaat men er van uit dat dit zorgbudget enkel bedoeld is voor ouderen, maar ook kinderen met een grote ondersteuningsnood kunnen hiervoor in aanmerking komen.

https://www.vlaamsesocialebescherming.be/zorgbudget-voor-zwaar-zorgbehoevenden

  • European Disability Card: Met deze kaart krijg je voorwaarden op cultuur, sport en vrijetijdsbesteding. Bij een bezoek aan bioscoop, theater, museum of attractiepark kan je de kaart gebruiken. Als je naar een evenement gaat, kan je altijd bij de organisator vragen naar de voordelen van de kaart. Deze kaart kan je gratis aanvragen.

https://www.vlaanderen.be/europese-handicapkaart-of-european-disability-card-edc

  • Vlaams zorgkrediet: je kan dit aanvragen om voor je kind te zorgen:

https://www.vlaanderen.be/vlaams-zorgkrediet/aanvraag-vlaams-zorgkrediet-en-behandeling-dossier

Alle maatregelen op een rij: https://www.kindengezin.be/nl/thema/specifieke-ondersteuningsbehoefte/evaluatie-ondersteuningsnood/bijkomende-voordelen