SMOG bij ons thuis

Toen onze zoon twee jaar oud was werd voor ons duidelijk dat hij naast zijn mentale beperking ook een duidelijke taalachterstand had. Hij zat toen in een crèche die gekoppeld was aan een revalidatiecentrum en kreeg daar al elke dag individuele logopedie. Toch wilden de eerste woordjes maar niet komen. Af en toe kwamen er wel klanken, maar woorden die bij andere kinderen zo makkelijk en spontaan komen (mama, om maar eentje te noemen), die waren er niet.

Daar waren we als ouders natuurlijk enorm verdrietig over, en we maakten ons ook zorgen over hoe we ooit met onze kleine vent zouden kunnen communiceren. Bovendien raakte onze zoon enorm gefrustreerd door zijn gebrek aan taal, en aan woordjes. Hij wou ons zo veel duidelijk maken, zo veel vertellen, ons zeggen wat hij wou of net niet. Maar de woorden, die kwamen maar niet. Dus communiceerde hij op de enige manier die wel voor hem lukte: onze aandacht zoeken door slecht gedrag.

Toen we samen met de therapeuten van het revalidatiecentrum voor de zoveelste keer naar een oplossing zochten voor zijn slecht gedrag, stelde de logopediste voor om thuis te starten met SMOG, spreken met ondersteuning van gebaren. Aanvankelijk waren we wat sceptisch. Gebarentaal? Onze zoon was toch niet doof? Zou hij met zijn mentale beperking wel in staat zijn om die “complexe gebaren” uit te voeren? En zal hij niet net nóg langer wachten met zijn eerste woordjes als hij gebaren gebruikt?

Gelukkig stelde de therapeute ons gerust. SMOG is exact bedoeld voor (onder meer) kinderen met een mentale beperking, de gebaren zijn niet zo complex als de Vlaamse gebarentaal en zijn dus ook voor kindjes met een beperkte fijne motoriek haalbaar. Bovendien blijf je als ouder ook altijd woorden gebruiken, gelijktijdig met je gebaren. Onze zoon zou dus zeker niet langer wachten met zijn woordjes, integendeel. Omdat hij taal zowel auditief (woorden) als visueel (ondersteunende gebaren) aangeboden kreeg, zou hij misschien net sneller evolueren op taalgebied.

En zo startten we overal tegelijk met SMOG. De begeleidsters in de crèche, alle therapeuten van het revalidatiecentrum, wij als ouders thuis: overal stimuleerden we onze zoon zijn taal op dezelfde manier. En met succes. Het duurde niet lang vooraleer onze zoon zijn eerste gebaartjes kon uitvoeren: “nog” en “genoeg”. Het lijken zeer rare “eerste woorden”, maar kunnen aantonen of je nog een boterham met choco wil of je genoeg gegeten hebt, of je nog wil gekieteld worden of net wil stoppen met een spelletje, was een ware openbaring voor onze vent. Eindelijk kon hij ons ook iets duidelijk maken. En de frustraties en het bijhorend slecht gedrag, die verdwenen naar de achtergrond. Winwinwin dus!

Intussen zijn we drie jaar verder, en is duidelijk geworden dat onze zoon door een stofwisselingsziekte wellicht nooit volledig tot spraak zal komen. Hij spreekt intussen met tweewoordzinnetjes, kent al heel veel woordjes en kan zich ten opzichte van onbekenden ook vrij goed verstaanbaar maken. Maar als hij een moeilijke dag heeft, of als zijn sociaalemotioneel niveau even zakt door een bepaalde omstandigheid, dan verdwijnen de woordjes weer en nemen zijn SMOG-gebaren het over. Dus blijven we zowel thuis als op school inzetten op SMOG.

We zijn de therapeuten die ons SMOG hebben aangeraden dus nog steeds bijzonder dankbaar, en zouden het ook willen aanbevelen aan ouders in dezelfde situatie. Niet twijfelen, gewoon doen!

Vragen over SMOG? Wil je weten of SMOG ook iets voor jouw zoon of dochter kan betekenen?

Lees hier meer over SMOG of neem gerust contact met ons op: gezinenhandicap@kvg.be; 03/216 29 90